adviezen > tussentijds advies arbeidsmarkt noord-nederland

Advies: Tussentijds advies Arbeidsmarkt Noord-Nederland

Vooruitlopend op de invoering van de Wet Werken naar Vermogen (WWnV) is de SER Noord-Nederland begin dit jaar gestart met een ongevraagd adviestraject over de kansen en mogelijkheden aan de onderkant van de arbeidsmarkt in Noord-Nederland. Ter voorbereiding op dit adviestraject is het CAB en de Rijksuniversiteit Groningen gevraagd om onderzoek te doen naar de aard en omvang van de doelgroep WWnV in de verschillende gemeenten (aanbodszijde) en de absorptiecapaciteit (vraagzijde) van deze groep op de arbeidsmarkt in Noord-Nederland.

Uit het onderzoek is gebleken dat op dit moment een kleine 90.000 mensen behoren tot de doelgroep die zou vallen onder de wet WWnV.* Deze mensen bevinden zich met name aan de onderkant van de arbeidsmarkt (elementair en lager niveau).

Op basis van een vertaling van landelijke cijfers kan worden gesteld dat ca. 13.000 mensen géén afstand tot de arbeidsmarkt hebben. Deze groep zou in principe direct aan de slag kunnen bij reguliere werkgevers. Daarnaast is er een groep van 37.000 tot 50.000 mensen die op dit moment een afstand tot de arbeidsmarkt heeft en daardoor aanpassingen nodig heeft (in fysieke zin of bijvoorbeeld in de zin van opleiding) om bij een reguliere werkgever te kunnen werken. Tenslotte is er een groep van 27.000 tot 39.000 personen voor wie werken in een reguliere omgeving niet haalbaar is. Voor deze laatste groep bieden sociale werkplaatsen de mogelijkheid om toch te participeren in de samenleving.

Voor de 50.000 tot 62.000 personen die beschikbaar zijn voor werken bij een reguliere werkgever zullen echter op laag en elementair niveau de komende jaren zo’n 25.000 banen beschikbaar komen. Hierbij moet deze groep bovendien concurreren met nieuwkomers op de arbeidsmarkt, waaronder schoolverlaters.

Volgens SER Noord-Nederland is voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt de kans dat zij een baan kunnen krijgen alleen reëel met beleid dat meer gericht is op het creëren van arbeidsintensief laaggeschoold werk en met beleid gericht op een aangepaste vraag bij werkgevers.Daarnaast is het erg waarschijnlijk dat er veel minder banen beschikbaar komen dan nodig zijn om iedereen aan het werk te krijgen. Om te voorkomen dat werkgevers belaagd worden door de verschillende gemeenten is het van belang dat er regionaal één punt komt van waar uit bemiddeld kan worden tussen werkgevers en gemeenten en wat de mogelijkheden heeft om de instrumenten die beschikbaar zijn integraal in te zetten. Zo wordt het voor werkgevers aantrekkelijker om iemand met of zonder arbeidshandicap aan te nemen. Daarnaast lijkt, gezien de aantallen voor wie een reguliere baan niet haalbaar is, een forse uitbreiding van het huidige aantal arbeidsplaatsen in sociale werkplaatsen noodzakelijk.

Hoewel de wet WWnV inmiddels controversieel is verklaard, verwacht SER Noord-Nederland dat gemeenten in welke vorm dan ook een grotere verantwoordelijkheid zullen krijgen over het arbeidsmarktbeleid, waarbij er een vereenvoudiging van het aantal regelingen zal komen en de taken gedecentraliseerd zullen worden naar de gemeenten en er tegelijkertijd flink bezuinigd zal worden op het beschikbare budget voor uitkeringen en re-integratie naar verwachting. Het is daarom goed dat gemeenten nu al gaan nadenken over hoe dat het beste kan worden ingevuld. Met dit onderzoek heeft SER Noord-Nederland gemeenten op weg willen helpen in het denkproces. Begin volgend jaar is de SER Noord-Nederland voornemens om met een vervolg advies te komen waarin mogelijke oplossingsrichtingen centraal zullen staan.

* Het betreft hierbij die personen die nu vallen onder de Wet Werk & Bijstand (WWB), de Wet Sociale Werkplaatsen (WSW) en Wajong.