adviezen > het noorden geeft geen krimp

Advies: Het Noorden geeft geen krimp

In dit advies analyseert de SER Noord-Nederland de krimpproblematiek in het Noorden. Deze analyse is uitgewerkt in vijf concrete (sub)adviezen, met als doel door middel van een heldere visie de problematiek van krimp in het Noorden op de kaart te zetten. Het advies dient daarnaast ook als input voor de adviesaanvraag over krimp die de landelijke SER behandelt in opdracht van het kabinet.

Twee vragen staan centraal in het advies van de SER Noord-Nederland. Ten eerste hoe het regionale bedrijfsleven betrokken kan worden bij de aanpak van de krimp en actief hieraan kan bijdragen. Ten tweede de vraag welke kansen de krimp oplevert aan het landelijk gebied en hoe deze kunnen worden benut. De SER Noord-Nederland gaat in onderstaande adviezen in op deze twee vragen.

1. Faciliteren en stimuleren van economische ontwikkelingen

Krimp biedt kansen. Noord-Nederland heeft ruimte, terwijl elders in het land economische ontwikkelingen stagneren als gevolg van congestie. Het Noorden kan deze ontwikkelingen faciliteren en stimuleren. Van belang daarbij is dat de samenhang tussen de regio’s binnen Noord-Nederland wordt versterkt door te investeren in verbindingen en ICT-infrastructuur. Kansen liggen er op het gebied van onderwijs, zorg, energie en Healthy Ageing.

Krimp biedt kansen.

2. Beter coördineren

Krimp vraagt om integrale oplossingen op regionaal niveau. Het is de kunst oplossingen te vinden op regionaal niveau die op lokaal niveau geïmplementeerd kunnen worden. Daarbij zouden de provincies (het SNN) een sterke, integrale regierol moeten nemen, met name op het gebied van de ruimtelijke ordening. Door nieuwe, grote samenwerkingsverbanden aan te gaan kunnen de provincies ervoor zorgen dat er nieuwe impulsen ontstaan voor de economische ontwikkeling van de krimpgebieden. Daarnaast is het van belang dat de provincies erop toe zien dat gemeenten en regio’s onderling beter samenwerken op gebieden als woningmarkt, woningbouw, onderwijs en zorg. Gemeenten kunnen dergelijke complexe problemen niet alleen oplossen, mede doordat deze vaak grensoverschrijdend zijn.

3. Wet- en regelgeving aanpassen

Het Rijk kan de ontwikkeling van de krimpregio’s bevorderen door huidige wet- en regelgeving aan te passen en uitzonderingen op de bestaande regelgeving toe te staan. Dit is met name van belang bij de samenwerking en schaalvergroting in de zorg en het onderwijs.

Experimenten met nieuwe publiek-private en bovengemeentelijke samenwerkingsvormen zijn alleen mogelijk in gebieden waar het Rijk de regelgeving heeft versoepeld.

4. Bestuurlijke informatie en kennisontwikkeling

Om een effectief krimpbeleid te kunnen voeren is het van belang dat het nieuwe Kenniscentrum Krimp zich verdiept in de achtergronden van de krimp, zoals de dynamiek van migratiestromen, de effecten van demografische trends als vergrijzing en ontgroening en de verschillen tussen dorpen in de krimpgebieden. Ook is het van belang te onderzoeken welke voorzieningen nodig zijn om een krimpregio leefbaar te houden en welke rol locatie en bereikbaarheid hierbij spelen.

Krimpregio's leefbaar houden.

5. Integrale aanpak van de woningmarkt

De woningproblematiek in Noord-Nederland is nijpend en versterkt de problemen van de krimp. Relatief veel mensen hebben een eigen woning waarvan de marktwaarde onder het niveau van de hypotheek ligt. Ook de sociale woningvoorraad staat onder druk. Een integrale aanpak van de woningproblematiek is hard nodig. De provincies (het SNN) kunnen hierbij het voortouw nemen in samenwerking met banken en woningbouwverenigingen. Sloop en afboeking zijn mogelijke oplossingen. De verkoop van huurwoningen door woningbouwcorporaties, opgelegd door het regeerakkoord, werkt contraproductief in de krimpregio’s. Hiervoor zou het Rijk een uitzondering moeten maken.