adviezen > ondergrond, kansen voor noord-nederland

Advies: Ondergrond, Kansen voor Noord-Nederland

In het advies Ondergrond, Kansen voor Noord-Nederland, dat de SER Noord-Nederland op 21 maart 2016 heeft uitgebracht aan de noordelijke provincies, worden de overheden opgeroepen om de kansen die de ondergrond biedt voor economische ontwikkeling van het Noorden te benutten.

De SER Noord-Nederland realiseert zich terdege dat de negatieve ervaringen met de gevolgen van de gaswinning in het Noorden de discussie over kansrijke mogelijkheden van de ondergrond bemoeilijken, maar het zou jammer zijn als kansen blijven liggen. SER Noord-Nederland merkt daarbij op dat van de fouten uit het verleden moet worden geleerd en dat de discussie over de kansen en risico’s in volstrekte transparantie met de inwoners moet plaatsvinden. Alleen dan kan het noodzakelijke draagvlak voor nieuwe ontwikkelingen ontstaan, dat naar het oordeel van de SER Noord-Nederland noodzakelijk is voordat met nieuwe activiteiten in de ondergrond kan worden gestart.

In het advies staan drie thema’s centraal, namelijk:

  • het gezamenlijke optrekken van de noordelijke provincies richting het rijk voor de inbreng in de nieuwe structuurvisie ondergrond (STRONG), die medio dit jaar wordt verwacht;
  • het opzetten van een kennisagenda, waarbij volstrekt transparante beschikbaarheid van de gegevens inzake de ondergrond en de mogelijkheid tot onafhankelijke toetsing van onderzoeken over de risico’s van ondergrondse activiteiten (waaronder gaswinning) noodzakelijk is;
  • het opstarten van een aantal pilots/experimenten gerelateerd aan kansen met betrekking tot de ondergrond en het beschikbaar stellen van de middelen daarvoor. Daarbij wordt nadrukkelijk ook een beroep gedaan op de regering om een deel van de aardgasbaten beschikbaar te stellen voor kansrijke ontwikkelingen in het Noorden.Uitgangspunt van SER Noord-Nederland is dat de activiteiten en pilots in de ondergrond een bijdrage moeten leveren aan de circulaire economie. SER adviseert de aanwezige bronnen in de ondergrond te benutten om nieuwe economische kansen tot ontwikkeling te brengen. Het versterkt de lokaal aanwezige kennisinfrastructuur en is een basis voor nieuwe producten en diensten. Pilots die in het advies worden genoemd betreffen geothermie, algenteelt, vervening en tijdelijke ondergrondse opslag van warmte, waterstof, perslucht en zeer kleinschalig CO2 ten behoeve van bovengrondse toepassingen.