adviezen > integrale investeringsprogrammering noord-nederland

Advies: Integrale Investeringsprogrammering Noord-Nederland

In 2020 hebben de regionale SER'en op verzoek van de nationale SER gezamenlijk input geleverd voor het middellange termijn advies, dat wordt uitgebracht aan de regering. De noordelijke input van SER Noord-Nederland voor dit advies kan verder worden uitgewerkt in een meer gedetailleerd noordelijk actie- en investeringsplan: "Integrale investeringsprogrammering Noord-Nederland. Focus en organisatie voor de bevordering van de brede welvaart tot 2030". Daarbij moet ook de relatie worden gelegd met de financieringsmogelijkheden uit de verschillende fondsen waarover Noord-Nederland de komende jaren mogelijk uit kan putten.

Noorden laat kansen liggen door versnippering van nationale en Europese fondsen

Het Noorden beschikt de komende jaren over veel geld uit verschillende fondsen die kunnen worden ingezet voor de ontwikkeling van de brede welvaart. Het is dus van belang om zodanige afstemming en samenwerking te organiseren dat er een eenduidige gemeenschappelijk aanpak komt tussen die fondsen, zodat ze elkaar versterken in het bereiken van de doelen. In het advies "Integrale investeringsprogrammering Noord-Nederland. Focus en organisatie voor de bevordering van de brede welvaart tot 2030" signaleert SER Noord-Nederland de risico's van versnipperde uitvoering en komt met voorstellen om dit te voorkomen. Het advies is op 23 december aangeboden aan gedeputeerde Rijzebol van de provincie Groningen.


Jouke van Dijk (onafhankelijk voorzitter SER Noord-Nederland): "Het risico van beleidsconcurrentie tussen de verschillende actoren en daarmee een coördinatie­probleem ligt op de loer. Hoe wordt bereikt dat de verschillende beleidsprogramma's en fondsen elkaar versterken op basis van integrale programmering? Dat er focus wordt aangebracht in te stimuleren majeure en strategische ontwikkelingen ter versterking van de brede welvaart? Of met andere woorden: hoe wordt versnippering van de in te zetten middelen voorkomen, zodat we over pakweg tien jaar met trots kunnen terugkijken op hetgeen gerealiseerd is, in plaats van vast te stellen dat er (te) veel losse projecten zonder enige samenhang zijn gesubsidieerd?" 

Kernpunt in het advies is dat het georganiseerde bedrijfsleven en de vakbeweging samen met partijen als de NOM en de onderwijs- en kennisinstellingen in positie worden gebracht om binnen een aantal belangrijke regionale opgaven de planontwikkeling en uitvoering vorm te geven via reeds ontwikkelde of te ontwikkelen ecosystemen. Het is in dit verband belangrijk dat er een beperkt aantal investeringsprogramma's worden opgezet die vanuit de onderscheiden fondsen kunnen worden ondersteund. SER Noord-Nederland stelt de volgende programma's voor, die deels aansluiten bij het bestaande beleid van de provincies:

  1. Energietechniek en -transitie;
  2. Groene chemie;
  3. Smart Industry;
  4. Agrifood & Health;
  5. Watertechniek;
  6. Digitalisering;
  7. Toerisme.

Binnen deze investeringsprogramma's zullen ter verdere concretisering nog kansrijke thema's worden benoemd. In het advies wordt een handreiking gegeven hoe de regie op een gemeenschappelijke aanpak kan worden vormgegeven. SER Noord-Nederland biedt aan om samen met de betrokken partijen dit verder uit te werken. 

Om optimale gecoördineerde inzet van middelen te realiseren is het nodig een eenduidig organisatiemodel per investeringsprogramma te creëren en bindende afspraken te maken over het beslismodel voor de toe te kennen middelen. Dit zou per programma moeten worden georganiseerd om regionaal maatwerk te kunnen bieden. Belangrijk is dat daarbij duidelijk wordt bepaald wie de uitvoerende partijen zijn, zowel qua opzet en ontwikkeling van projecten als de financiële administratie. Dergelijke afspraken kunnen in een regionaal sociaal convenant worden vastgelegd. 

Het mkb in Noord-Nederland kent wat innovatiekracht betreft vooral een volgend karakter. In de met de investeringsprogramma's samenhangende ecosystemen zou de positie van het mkb moeten worden versterkt door in samenwerking met mkb-Noord en de betreffende brancheorganisaties een aanvullend programma hiervoor op te zetten. 

Verder stelt SER Noord-Nederland vast dat de provincies al een ambitieuze visie hebben neergelegd voor de periode tot 2050 in het beleidsdocument RIS3, maar dat hierin de toekomstige arbeidsmarktproblematiek van grote tekorten in allerlei sectoren ernstig wordt onderschat. Om de tekorten vóór te zijn is het nodig dat er een langetermijnvisie komt, die wordt vertaald naar nu nog niet gangbare maatregelen. Daarom zou er in samenwerking met meerdere partijen een noordelijke sociaal economische visie moeten worden opgesteld, waarin het begrip brede welvaart handen en voeten wordt gegeven. 

Met de aanbevelingen kan de basis worden gelegd voor integrale investerinsprogrammering in Noord-Nederland voor de komende jaren. Dit vraagt van alle betrokken partijen om boven de grenzen van de eigen formele verantwoordelijkheden uit te stijgen, zodat het uiteindelijk te bereiken doel langs deze weg meer wordt dan de som der losse delen. 

Deze oproep geldt nadrukkelijk en vooral ook voor de ministeries van EZK en SZW. Decentraliseer de uitvoering van het JTF naar de regio en zet het als één fonds in zonder onderscheid van de funding vanuit EFRO en ESF. Dit past bij integrale benadering van de regionale opgaven.

Commissieleden

Jouke van Dijk

Voorzitter SER Noord-Nederland

Rudy Rabbinge

Lid deskundige internationalisering en energie

Herman Bloupot

Algemeen secretaris

Joyce Walstra

MKB-Noord